Serc

Vaarroute

Rondtocht Weesp-Muiden-Naarden-Weesp

We vertellen over de dingen die vanuit de boot te zien zijn. Maar geven ook informatie over wat deze drie steden verbindt in de geschiedenis.

In het Vecht- en Plassengebied gaan de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie samen.

De Oude Hollandse waterlinie:

In 1589 ontstond het idee om grote delen van Holland tegelijkertijd te verdedigen door middel van het onder water zetten van grote stukken land. Hierdoor kon men met betrekkelijk weinig militairen de waterlinie verdedigen. Dank zij deze linie kon in 1672 de opmars van het Franse leger worden gestopt. Hij liep van Muiden via Woerden en Goejanverwellesluis naar Gorinchem.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie:

Tussen 1815 en 1885 onderging het verdedigingsstelsel een flinke verbetering: de Nieuwe Hollandse Waterlinie werd aangelegd. Hij is 85 km lang en loopt van de voormalige Zuiderzee tot de Biesbosch. Ook Utrecht werd daarmee in het verdedigingsstelsel opgenomen. Deze linie heeft nooit haar waarde als verdedigingslinie kunnen bewijzen, maar is wel drie keer (gedeeltelijk) in staat van verdediging gebracht. De eerste keer in 1870 toen de Frans-Duitse oorlog dreigde uit te draaien op een Europese oorlog. De tweede keer was tijdens de Eerste, de laatste tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De Stelling van Amsterdam:

De Stelling van Amsterdam is een verdedigingslinie die gebouwd is tussen 1870 en 1920 en in een straal van 15 tot 20 kilometer rondom Amsterdam ligt. Hij is 135 km lang en is nooit als dusdanig gebruikt vanwege de snel voortschrijdende militaire techniek.

In deze route is er wat betreft Fort Uitermeer, de Vesting Weesp, de Vesting Muiden, de West-batterij Muiden en het Muiderslot een overlap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie met de Stelling van Amsterdam.

De Vesting Naarden en het Fort Ronduit behoren alleen tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Kaart

Roeivereniging

We starten bij het clubhuis van de Roeivereniging Weesp.

Het is in 1937 gebouwd als zwembad, naar het ontwerp in Amsterdamse School-stijl van gemeentearchitect Kors Breijer. Het is in hout gebouwd en met riet gedekt op grond van de Kringenwet; die hield in dat in de vrije schootsveld-ruimte om een vesting een gebouw van steen niet was toegestaan - houten huizen konden snel worden afgebroken. In 1963 is het onderdak van de Roeivereniging geworden. De voormalige snoepwinkel/het badmeestershuisje ernaast is nu een opslaghuisje.

Na het clubhuis zien we aan twee molens die beide dateren uit ongeveer 1700. De eerste, ‘De Eendracht’, was een houtzaagmolen. De tweede, een korenmolen, heet ‘De Vriendschap’, en is nog altijd in gebruik. Particulieren kunnen er meel kopen.

Bij de splitsing van de Vecht kort daarna gaan we rechtdoor, richting klapbrug. Vlak daarvoor is  een restaurant met terras aan het water en mogelijkheid om aan te leggen. Tussen restaurant en klapbrug hebben we zicht op de ronding van het fraai gerestaureerde Fort Ossenmarkt, ook wel genoemd Bakkerschans.

We gaan onder de klapbrug door en zien direct daarna, het voormalige tolgaardershuis, gebouwd in 1732 in classicistische stijl. Daartegenover op nr 44: het huis met het torentje is gebouwd in 1906 door Weesper architect A.J. van Doorn onder invloed van Berlage.

Even verderop hebben we zicht op de achterkant van de Ned.Herv. Laurenskerk (de toren dateert van de twaalfde eeuw) en op de hoek daarna een groot huis met bordes. Het is het oude gemeentehuis van de voormalige gemeente Weesperkarspel, gebouwd in 1850. Bij de brug die we zien, was vroeger een sluis; nu het waterpeil in deze regio gelijk is hoeft er niet meer geschut te worden.

Dit punt kennen Weespers als ‘we gaan het smal Weesp in’. Wij volgen de Vecht om het vestingeiland Ossenmarkt heen, en gaan onder de spoorbrug door. De Vecht wordt hier ook veel breder.

We varen door richting Muiden, waar de rivier uitmondt in het IJsselmeer. Vlak vóór het viaduct van de A1  zien we een groot wit huis, het ‘Huis van Wees’. Evenals het gebouw van de Roeivereniging Weesp is het onder de Kringenwet in hout gebouwd.

Even na het viaduct van de A1 gaan we, voorbij aanlegsteigers met jachten, richting de Keetpoortsluis, waarop een ijzeren bruggetje ligt. Deze sluis wordt met de hand bediend. Hij ontleent zijn naam aan de acht zoutketen die hier vroeger stonden. Achter de sluis is een poel met aan een aanlegplaats waar met een beetje behendigheid boten kunnen worden aangelegd. Ze onbeheerd achterlaten is niet aan te raden.

Aan het eind van de poel onder de Naarderpoortbrug door. Let op! ZEER LAGE BRUG!  

Kort daarna zien we de wallen van de Westbatterij. Dit fort is gebouwd in 1852 als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, op de plaats waar de Fransen al in 1799 een aarden verdedigingsbatterij hadden opgeworpen. Deze diende om de havenmond te beveiligen en de Zeedijk te flankeren. Het wordt Muizenfort genoemd, naar de grijze uniformen van de infanteristen, en is recent hersteld naar de situatie van 1914. Vanaf het fort is er goed zicht op het rechte eind van de Naardertrekvaart.

Men ziet een prachtige open polder, de Noordpolder, 356 hectare groot. Het gebied is herhaaldelijk, tot in de Tweede Wereldoorlog geïnundeerd. Bebouwing is niet toegestaan De Naardertrekvaart is een van de oudste trekvaarten van Nederland. Hij werd op 16 mei 1641 aanbesteed. Het werk moest uiterlijk op 27 mei beginnen en 28 september van hetzelfde jaar waren zowel vaart, pad en de weg tussen Amsterdam, Muiden en Naarden klaar.

Sluisbrug

Muiderslot

Op de Naardertrekvaart zien we knotwilgen en iets verder in de weilanden bunkers uit de Tweede Wereldoorlog.

Van hieruit hebben we - terugkijkend - een mooi uitzicht op het Muiderslot.

We naderen nu de Hakkelaarsbrug. Net hiervoor is de ingang van een smalle vaart te zien. Dit is de oude Jodenvaart, zoals die in de wandelgangen werd genoemd. Deze loopt naar de grote Joodse Begraafplaats in Muiderberg, die ca. 350 jaar oud is. De vaart volgde ongeveer de loop van het oude riviertje de Goog dat van het Naardermeer naar Muiderberg stroomde. Vroeger werden doden over dit riviertje naar de begraafplaats gebracht.

De naam ‘De Hakkelaar’ komt al op heel oude kaarten voor. Niemand weet echter waar de naam oorspronkelijk vandaan komt. De brug ligt schuin op de vaart. Daarom: matig tempo, ook vanwege eventuele tegenliggers! Iets verder staat het Witte Huis vroeger een riante uitspanning, later de woning waarin jaren geleden Lou de Palingboer met zijn sekte verbleef. Lou is begraven in een zinken kist voor het geval hij nog op mocht staan.

We gaan verder over de lange rechte Naardertrekvaart. Parallel aan de vaart loopt de Amsterdamse Straatweg. Vroeger was hier tussen weg en vaart het jaagpad. We komen langs de ‘klok’, een markant wit gebouw met groene dakpannen. Bij de roeivereniging Naarden betekent ‘tot de klok varen’, dat je binnen een uur weer terug bent, dat wil zeggen als je in een gestuurde vier roeit en geen wedstrijdroeier bent.

Na enige tijd komen we bij het viaduct van de A1. Een paar meter na het viaduct kan een duiker (inwateringssluisje) openstaan. We gaan rechtdoor, onder de rode voetgangersbrug, de Kwakel, door en aan het eind van de vaart onder de Irenebrug door.

We komen nu op de brede buitengracht van de Vesting Naarden. We blijven de slingerende walkant volgen. We komen langs het bruggetje bij het vogelasiel, gaan onder de ophaalbrug door, en komen zo bij de roeivereniging.

De roeivereniging ligt aan de buitengracht. We gaan onder de ophaalbrug door met een wit brugwachtershuisje. We volgen de buitengracht tot waar, kort na de eerste bocht, twee treurwilgen staan; daar gaan we onder een bruggetje door. Daarachter, aan het begin van de Karnemelksloot, ligt het vogelasiel.

De ijsvogel broedt hier vaak - de nestgaten zijn te zien. Vanwege alle vogels die hier zwemmen gaan we hier rustig langs.

De Karnemelksloot is eind 16e eeuw gegraven met de bedoeling het slibafval uit de Zuiderzeehaven af te voeren naar het Naardermeer. Een verklaring voor de naam Karnemelksloot kan zijn: de melkwitte kleur die het water kreeg nadat het gebruikt was bij het vollen van de wol in de volmolens langs deze sloot. Kort na elkaar komen drie viaducten en een ijzeren spoorbrug, die enigszins schuin op de sloot ligt.

Bij de volgende brug zijn we in het gebied dat deel uitmaakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Vlak voor de brug zien we een mooi wit huisje staan, een voormalige fortwachterswoning uit 1865. Onmiddellijk na de brug roeien we tussen de muren van een voormalige schotbalksluis. De sluis is in 1787 aangelegd en in 1873 verbeterd met de bedoeling om het water vast te houden bij een onderwaterzetting van het gebied rond de vesting. Aan weerskanten van de sluis liggen twee forten, eveneens aangelegd in 1887: de Westbatterij en de Oostbatterij, thans beide in gebruik door de padvinderij. Ze zijn gebouwd op de plaats waar eerst lunetten stonden, eenvoudige aarden verdedigingswerken, die in 1813-1814 (het beleg van Naarden) een grote rol hebben gespeeld.

Roeivereniging Naarden

Fort Uit & Meer

Daarna zien we het ‘Laegieskamp’ (vroeger ‘Leysjeskamp’), een klein maar interessant en beschermd natuurgebiedje. In dit voedselarme, kwelrijke gebiedje groeien zeldzame planten zoals moerashertshooi en Spaanse ruiter. Het vormt een belangrijke ecologische verbinding tussen het Naardermeer en de Utrechtse heuvelrug. Daarna aan begint de Hilversumse Bovenmeent. Natuurmonumenten is in de jaren 1998-’99 begonnen het waterpeil in dit poldergebied te verhogen tot gelijk aan dat van het Naardermeer. Hierdoor is een plas-drasgebied ontstaan dat uiteindelijk een verbinding moet vormen tussen het Naardermeer en de Ankeveense plassen. Het is een in Europa uniek vogelgebied waar onder andere zilverreigers, lepelaars en de visarend te zien zijn.

De Karnemelksloot gaat daar over in de ’s-Gravelandse Vaart, gegraven in 1638. We volgen de vaart en zien een molen. Deze ‘Hollandia’ dateert uit 1766 en is tot 1932 in gebruik geweest als poldergemaal. Nu is het al vele jaren een restaurant. Aanvankelijk werd hier uitsluitend karnemelk met beschuit geserveerd. We blijven de ’s Gravelandsevaart volgen totdat we bij de Uitermeersluis komen. Ongeveer 200 m hiervóór is een aanlegplaats, geschikt om het Fort Uitermeer te bekijken. Fort Uitermeer is gebouwd in 1673 als deel van de Oude Hollandse Waterlinie en was later deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie; in januari 1913 werd hij toegevoegd aan de Stelling van Amsterdam. Specifieke taak was de afsluiting en verdediging van de ’s Gravelandse Vaart en (later) de verdediging van de spoorweg Weesp-Bussum. Het fort wordt nu gerestaureerd. Er bestaan veel plannen om het later in gebruik te nemen, (openluchttheater, restaurant e.d.) maar niets is nog zeker. We gaan onder de draaibrug door en komen nu op de Vecht. Vanaf dit punt hebben we vol uitzicht op het ronde fort. We volgen de slingerende rivier waar soms veel plezierjachten zijn.  

Na enige tijd zien we een groot vervallen pand, rechthoekig, omringd door bomen. In de 18e eeuw werd het als buitenplaats met de naam " De Eendracht" gebouwd voor iemand uit Amsterdam. 

De tweede bewoner genaamd Taunay had er een scheepsbeschuitfabriek. Hij was burgemeester van Weesperkarspel. Aan het eind van zijn leven was hij slotvoogd van slot Muiden.

Daarna hebben er verschillende bedrijven ingezeten tot het in 1983 in een kraakpand is veranderd.

We zien het clubhuis van de roeivereniging Weesp weer wat betekend dat de rondvaart ten einde is.