Serc

Hollandse Waterlinie

Oud Hollandse Waterlinie

De Oude Hollandse Waterlinie was een waterlinie voor de verdediging van Nederland in de 17e en 18e eeuw. Nadat het stellen van inundaties al in 1573 (Alkmaar), 1574 (Leiden) en 1629 (de Utrechtse Waterlinie tussen de Zuiderzee en de Lek) een effectieve verdedigingswijze was gebleken, werd in het Rampjaar 1672 in allerijl een waterlinie tussen de Zuiderzee en de Merwede ingericht om de Franse troepen onder Lodewijk XIV tegen te houden voor zij ook Nederland zouden veroveren.

Deze linie liep van Muiden via Woerden en Goejanverwellesluis tot Gorinchem. Utrecht viel er buiten omdat deze stad op dat moment reeds door de Fransen was veroverd. In december 1672 staken bij Woerden 9000 Franse soldaten de smalle strook water over omdat deze bevroren was. Na het plunderen van Zwammerdam trokken zij zich door de invallende dooi weer terug.

Nadat deze linie in 1672 had standgehouden, kreeg hij een meer permanent karakter alsmede zijn naam. Accessen werden versterkt met tal van forten, batterijen en andere verdedigingswerken. Tot aan de Napoleontische tijd werd de linie een aantal keren naar het oosten verlegd, zonder echter de stad Utrecht in te sluiten.

Vanaf 1815 werd een geheel nieuwe verdedigingslinie ingericht met de stad Utrecht als centraal punt: een linie die vanaf 1871 officieel de Nieuwe Hollandse Waterlinie genoemd werd, ter onderscheiding van de linie die daarna als de Oude Hollandse Waterlinie aangeduid zou gaan worden.

Nieuwe Hollandse Waterlinie

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een belangrijke verdedigingslinie uit de Nederlandse geschiedenis. De grote historische waarde leidde tot aanmelding voor de Werelderfgoedlijst (1995) en de lijst van Rijksmonumenten alsmede tot de status van Nationaal Landschap (2005).

De Nieuwe Hollandse Waterlinie diende ter vervanging van de uit eind 17e eeuw daterende Oud Hollandse Waterlinie en draagt vanaf 1871 deze nieuwe naam. Een belangrijk verschil tussen de oude en de nieuwe linie is dat de stad Utrecht nu binnen de linie viel.

De waterlinie lag ten oosten en zuiden van de steden van Nederland, 85 kilometer lang en 3 tot 5 kilometer breed. Met 46 forten strekte de linie zich uit van het eiland Pampus in de Zuiderzee tot aan de Biesbosch.

Daarnaast bestaat de linie uit de vijf vestingsteden Muiden, Weesp, Naarden, Gorinchem en Woudrichem.